Toespraak Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten, Generaal- majoor Marc van Uhm bij de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst
voor nabestaanden van overleden personeel van de Koninklijke Landmacht
op park Bronbeek, Arnhem Donderdag 26 mei 2015.
Dames en heren,
We zijn hier bijeen om stil te staan
bij het verlies van uw dierbaren. Sinds 2001 komen we bij elkaar, hier in
Bronbeek.
Een historische plaats waar gezorgd wordt voor oud-militairen en waar
veel monumenten staan die ons herinneren aan Nederlands-Indië.
Een plaats waar vele overleden burgers
en militairen herdacht worden bij
diverse herdenkingen.
En Bronbeek is ook de plaats van het monument waar we
straks weer staan ter nagedachtenis aan de in actieve dienst overleden
militairen en burgermedewerkers.
Voor sommigen is het verlies nog maar
pas geleden en zijn er nog vele vragen, terwijl anderen het inmiddels al beter
een plaats hebben kunnen geven.
Een aantal van u komt hier al meerdere jaren,
terwijl anderen hier nu voor het eerst zijn.
We zijn hier vandaag als groep bij
elkaar, maar denken aan een uniek persoon van wie we afscheid hebben moeten
nemen.
Afscheid nemen doen we elke dag,
diverse malen, maar dan met de wetenschap dat het afscheid tijdelijk is.
Veelal
zien wij elkaar dezelfde dag nog terug.
Het afscheid dat u van uw dierbare of
geliefde heeft moeten nemen, is definitief en onomkeerbaar.
Pas als ze er niet
meer zijn, besef je hoe intens hun aanwezigheid was.
Dat maakt het dan ook zo
moeilijk.
De dood ontneemt ons onze dierbare of geliefde en onze gedachten
worden dan overspoeld met herinneringen
aan al het lief en leed dat wij met hen
hebben gedeeld.
James Blunt zong zojuist Goodbye my lover.
Een
prachtig nummer, ook omdat het perspectief van waaruit het verteld wordt aan de
verbeelding kan worden overgelaten.
Een zin uit dit lied spreekt mij zeer aan; ‘It
may be over, but it won’t stop there’.
Hoewel de dood een definitief en onomkeerbaar einde is, betekent dat niet het
einde van onze gevoelens en gedachten aan hen.
Terugdenken en herinneren aan de
mooie momenten geeft kracht en een warm gevoel.
Maar het doet ook pijn, de pijn
het niet meer met hen te kunnen delen.
Ik hoop dat ons samenzijn vandaag, u
weer wat meer kracht kan geven om daar mee om te gaan.
Over dat dubbele gevoel, over kracht
en pijn, wil ik graag een gedicht met u delen.
Het is een bewerking van het
gedicht Niet meer bij ons van Marinus van den Berg.
niet meer in ons huis.
Niet meer aan onze tafel,
niet meer op je kamer.
Het is vaak zo vreemd stil.
Ieder van ons met zichzelf.
Met Eigen gedachten.
Met Eigen gevoelens.
Je bent niet meer bij ons.
Je bent nog meer bij ons.
Je afwezigheid doet je meer
aanwezig zijn. Pijnlijk af-
en aanwezig tegelijk.
Je stem horen we nog.
Je hartelijke lach.
Je vol-zijn van de toekomst.
Je enthousiaste plannen.
Je bent weg, maar ook niet.
Maar ik wil wel aan je blijven denken
mag dat?
Je leeft verder.
Daar en hier.
In mijn herinnering,
In mijn verhalen.
Je bent weg, maar ook niet.
Als ik je niet meer zie of hoor,
dan blijf je leven in mij.
Ik blijf je herinneren,
want je bent niet nergens,
je leeft in mij
Jouw naam blijft klinken in ons hart,
in onze verhalen, in onze stilte.
Namens de Koninklijke Landmacht zal
ik straks, samen met onze Directeur Personeel en Organisatie, de generaal van
Dooren, een krans leggen bij het monument.
We willen daarmee respect tonen voor
onze dierbaren, onze collega’s.
Ook wij missen hen nog iedere dag.
Daarom hangt op alle locaties van de Koninklijke Landmacht vandaag de vlag
halfstok.
Ook dat doen we ieder jaar om op deze wijze onze overleden burger – en militaire collega’s
te herdenken.
We zijn hen niet vergeten, en ZULLEN hen niet vergeten.
It may be over,
but it won’t stop there.